In mijn werk , is er toch wel ontzettend veel wat ik niet meer kan t.o.v. mijn vroegere functie (begeleidster van mensen met een verstandelijke beperking op een Woonvoorziening)
Van 1991 tot en met 1998 heb ik dit werk nog wel kunnen doen , ondanks mijn dwangstoornis(O.C.S.). In 1998 ben ik in de ziektewet gekomen en in 1999/2000 ben ik 10 maanden opgenomen geweest in Den-Haag bij Parnassia i.v.m. mijn dwangstoornis , omdat alleen gesprekken (die ik al vanaf 1994 had , niet voldoende hielpen.)
Van 2000 t/m 2003 heb ik een reïntegratietraject gevolgd. Dit was op de dagbesteding bij SDW, omdat ik niet meer onregelmatig mocht werken. Na deze 3 jaar bleek dat er verder geen verbetering in mijn werksituatie meer was , en was de conclusie, dat SDW mij geen passend werk kon bieden. We hebben toen samen besloten dat er ontslag zou volgen en ik in dienst zou komen van de W.V.S. (werkvoorzieningschap). Maar gelukkig kon ik nog heel wat jaartjes (ongeveer 8 jaar) gedetacheerd worden naar mijn oude werkgever, waar ik heel blij mee was. Tenslotte was dat ook het werk waar ik voor gekozen had. En vooral op “de Meeten”, een in-en ompakbedrijf voor mensen met een verstandelijke beperking vond ik het heel erg leuk. Ik had daar een aangepaste functie , een soort assistent, maar dan met veel minder verantwoordelijkheid en taken.
Ik werkte in de groep waar ook veel mensen zaten met het Syndroom van Down, wat ik heerlijk vond om te doen. Ik vond het heel fijn om met deze mensen te werken , m.n. omdat deze mensen ook heel puur zijn en ook veel humor hebben en heel voorspelbaar gedrag vertonen, ik kon er (meestal) mee lezen en schrijven. En achteraf gezien met mijn autisme, gaf dat dus veel duidelijkheid en structuur, waar ik me heel fijn bij voelde.
Veranderingen op het werk
In de loop van de jaren veranderde de doelgroep behoorlijk. Er kwamen meer jongeren die verbaal ook heel sterk waren en regelmatig ook moeilijk gedrag vertoonden. En voor mij was dit alles behalve voorspelbaar. Dat gaf mij heel veel spanning en onzekerheid waar ik niet mee kon dealen. En ook in de organisatie veranderde er best veel , wat voor mij veel stress gaf. Ik heb toen wel enige tijd met een klein groepje mensen in de kantine gewerkt, maar ook dat was voor mij qua werk niet geschikt. Zeker ook omdat ik meerdere taken tegelijk uit moest voeren , wat niet lukte.
Einde detachering
Op een gegeven moment hield het werken bij SDW (detachering via W.V.S.) voor mij helemaal op. We hebben gekeken wat wel mogelijk was , maar op deze werkplek waren mijn grenzen bereikt. Ik vond het wel heftig. Sinds 1991 heb ik met deze doelgroep gewerkt en nu stond er definitief een punt achter. Ik kwam toen echt in een stukje rouwverwerking. Afscheid nemen van iets wat me heel dierbaar was….het contact met m’n lieve collega’s en de cliënten, met wie ik allebei een jarenlange band had opgebouwd. En vooral ook van het werk wat ik heel graag deed.
Mijn nieuwe werkplek bij de W.V.S.
Gelukkig kon ik mijn situatie goed accepteren en heb ik me ook opengesteld voor mijn nieuwe werkzaamheden (productiewerk). Eerst heb ik 5 jaar bij WIAL gewerkt, waar ik het goed naar m’n zin had en daarna heb ik een jaar op de hoofdlocatie van de W.V.S. op de Munnikenhei gewerkt in Etten-Leur, vervolgens anderhalf jaar bij Forever Direct en nu een jaar op Vaertveld.
Confrontatie met steeds meer beperkingen
Maar wat gebeurde er in die jaren ? Ik werd steeds meer geconfronteerd met de dingen die ik niet kon. Het veranderen van plaats, met meerdere mensen aan een tafel werken, vastlopen in de communicatie , wat weer leidde tot heftige emoties. Eerder zat ik ook vaker alleen , wat goed voor mij werkte , maar doordat dit steeds heftiger werd liep ik keer op keer vast. En wat ik vooral vervelend vond, was dat mijn emoties daardoor met me aan de loop gingen en ik daar geen controle op had , waardoor dit urenlang aanhield zonder dat ik dat kon stoppen. En op een gegeven moment waren zelfs de minste prikkels al teveel voor me.
OVERLEVEN in plaats van leven
Het voelde voor mij als : steeds nog meer beperkingen en dingen die ik niet kan , waardoor ik alleen maar bezig ben om alle ballen hoog te houden…..en dat voelt dus als puur overleven. Maar gelukkig ben ik na veel omzwervingen nu binnen de W.V.S. wel op een plek terecht gekomen waar ik een eigen werkplek heb en dus geen last heb van teveel prikkels en daar ben ik heel blij mee. En ik ben ook blij dat ik voor een gedeelte nog wel kan werken.
LEVEN in plaats van overleven
In mijn volgende blog zal ik verder ingaan op : “Magazijn 076”. Door o.a. daar naartoe te gaan , ben ik niet bezig met mijn beperkingen, maar met mijn talenten en mogelijkheden. Met dingen die me weer zelfvertrouwen geven en waar mijn passie ligt. En waar ik niet steeds geconfronteerd wordt met mijn onmogelijkheden, maar met mijn mogelijkheden en de dingen waar ik blij van wordt. Dat is voor mij ook het gene wat mij weer KWALITEIT van leven geeft. En stap voor stap wil ik dit verder uit gaan bouwen.
Dank je wel lief ander zusje
Hoi zusje, ik ben heel blij voor je dat je een plaats gevonden hebt (bij Magazijn 076), waar je lekker met je creatieve talent-m.n. het mozaïeken- aan de slag kunt. Héérlijk hoe je daar vol inspiratie van geniet. En hoe jouw plezier en creaties anderen ook weer inspireert!
Heel veel fijne uren daar lieverd! Xxx je' andere' zusje.